13
okt 11

Ondertussen op bladzijde 128

‘Al eeuwenlang ging er een weg van Eskifjörður door het gewest van Fljótsdalur over de Eskifjarðarheiði. Het was een oud ruiterpad dat ten noorden van de rivier de Eskifjarðará lag, door Langihryggur, omhoog door de Innri-Steinsá, door het Vínárdalur en Vínárbrekkur in Miðheiðarendi, omhoog naar Urðarflötur en langs de Urðarklettur, uitkomend op het Eskifjörðurland. In het noorden ligt het þverárdalur tussen de bergen Andri en Harðskafi, en de Hólarfjall en de Selheiði verder naar het noorden.’

“heb je dat boek nou nog niet uit?”
nee.


20
mei 11

Vruchtbaar

De sloten en de waterplanten geuren. Op de lange weilanden grazen koeien. Men maait en men zwaait. De hemel laat de zon volop schijnen. De zwanen rekken hun hals.
Het wordt tijd dat we ons meester maken van deze vruchtbare landerijen, we moeten dat land hoognodig veroveren. Help me herinneren dat we een aanleiding vinden om een aanval te beginnen, want je weet dat ik zoiets vergeet.

Armando, Eindelijk


10
mrt 11

Lawaai

Hij schonk een glas thee in en overhandigde het haar. Ze schudde het glas, het maakte lawaai.
‘Zitten er glasscherven in?’ vroeg ze.
‘Ja’, zei hij.
Ze nam de man van top tot teen op en zette het glas aan haar mond. Ze slikte en slikte, daarna heeft ze geen aanmerkingen meer gemaakt. Ziezo, mompelde hij, dat was dat, en nu de volgende. Hij begon te huilen.

Armando, Eindelijk


27
feb 11

Waar een wil is

ik wil het tegenovergestelde van wat ik wil

ernstig is dit
(maar niet precies)

ik wil het tegenovergestelde zeggen
en omgekeerd evenredig weer ontkennen
van wat ik zeg
ik wil het tegenovergestelde denken van wat ik denk
ik wil het tegenovergestelde zijn van wat ik ben
(en ook hebben)

en dus wil ik niet
wil ik liever niet
wil ik het liefst het allerliefste niet

en tegelijk wil ik

(ik ben verdwaald)

Toon Tellegen


31
jan 11

Zonder

Aan de overkant staat het geboomte te loeren. De wolken zijn van laag allooi. De vogel vliegt weg. En ik kan nog steeds niet zonder mij.

Armando, Eindelijk


25
jan 11

Lawaai

Ik begrijp er niets van, ik zal je vertellen wat er gebeurd is. Je moet weten dat het hier altijd uitermate rustig was, ik genoot echt van de rust.
Onlangs zat ik op de rand van m’n bed en besefte voor de zoveelste maal hoe stil het was. Plotseling kwam er een enorm lawaai op me af, horen en zien verging me, het gleed langs me en het verdween in de verte. Ik bevond mij op de grond, ik leefde nog, maar om mij heen was het een grote puinhoop. De boeken en het huisraad stonden in lichtelaaie.
Nu wordt van mij verwacht dat ik dit onheilspellende lawaai verklaar, dat ik het bij de naam noem. Ja, daar zit ik met m’n mond vol tanden, want ik kan niet op de naam komen van de boosdoener. Kom, hoe heet ie ook weer. Het is toch onbegrijpelijk dat ik er niet op kan komen?
Nou ja, wat kan het eigenlijk schelen hoe ie heet, hij raasde en hoe. Hij liet een woestenij achter die haar weerga niet kent en ik zit er maar mee.

Armando, Eindelijk


03
jan 11

Gisteren

”t Is vandaag zo hoe heet het?’
‘Morgen niet.’
‘Wat morgen niet?’
‘Dat morgen zoals vandaag is.’
‘Nee, morgen wordt het heel anders.’
‘Gisteren was het ook anders.’
‘Maar gisteren is lang geleden.’
‘Dat vind ik ook.’

Armando, Eindelijk


13
dec 10

Hier

Hé, waar breng je me nou heen, dat is bekend terrein, weet je zeker dat ik hier niet eerder geweest ben, ik zou erop zweren dat ik het hier ken, je houdt me toch niet voor de gek, links staat een rood huisje en rechts is het struikgewas, ja, je kunt het nu nauwelijks zien vanwege de mist, maar in het huisje brandt licht. Heb ik gelijk? Als je goed kijkt kun je het struikgewas een beetje waarnemen. Ik denk dat ik hier al was. Waarom heb je me eigenlijk hier naar toe gebracht, wat moet ik hier doen? O, wachten. Waarop? Je weet niet waarop. Nou, dan gaan we samen wachten, als je maar bij me blijft.

Armando, Eindelijk


06
dec 10

Eenzaam

Je moet niet uitsluitend naar het geweld van de veldslagen kijken, maar ook naar dat van de wolken en de bergkloven. Je moet beseffen oneindig ver weg te zijn van welke vorm van genegenheid dan ook en dat je altijd alleen zal moeten blijven, wat overigens geen reden is om te treuren.
“Wees toch alleen! Ook als u met anderen bent, wees toch alleen”.
Aldus sprak hij tot zichzelf.
“Ken uw eigen geheimen en gehoorzaam, wees alleen en vertrouw niemand”.
Als het nodig was zei hij u tegen zichzelf en in dit geval was het nodig.
Toch had hij allang begrepen dat het helemaal niet zo moeilijk was om alleen te zijn. Eenzaam te zijn, dat was pas echt moeilijk. En daar ging het om: eenzaam te zijn.

Armando, De haperende schepping


30
nov 10

Schrik

Dit is de mens naar wie ik jarenlang op zoek ben geweest. Aanschouw de mens. En terwijl ik net bekomen was van de schrik en ik hem, de mens, plechtig begroeten wilde, was ie verdwenen. M’n hele leven had ik nota bene nodig gehad om hem, die dubbel en dwars een mens genoemd kon worden, te vinden.
Was het slechts een droom? Wist ik het verschil niet meer tussen waan en werkelijkheid?

Armando, Eindelijk