die mee moest hing natuurlijk nog gewoon thuis toen ze al op ’t station stonden. Ik wilde vast niet nog een keer heen en weer fietsen hè? Nee, vast niet. Tenzij daar iets tegenover staat. Dus. Met de belofte dat ze een week lang zal koken fiets ik met liefde nog een keer heen en weer. Of ze de tickets wel bij zich had heb ik maar niet gevraagd…
Nu zeurt er natuurlijk de hele dag een liedje in m’n hoofd. Nou ja, ’t is een mooi liedje, dat scheelt.